Je hoort wel eens dat we in onzekere tijden leven: crisis, krimp, fusies, ontslagen…
Hoe kun je daar als zelfstuurder mee omgaan? In dit artikel geef ik je een aantal handvatten voor zelfsturing in onzekere tijden.
Let op je gedachtes
Het begrip ‘onzekere tijden’ suggereert dat er ook ‘zekere tijden’ zijn. Dat mag zo zijn, maar dat geldt dan alleen statistisch! In een bepaalde periode was er bijvoorbeeld minder werkeloosheid in een groep of kwamen bepaalde aandoeningen minder voor. Maar als individu weet je nooit zeker of je ’s avonds weer levend thuiskomt, of dat je niet een fatale ziekte onder de leden hebt. Zekerheid voor het individu bestaat niet. Wel hebben we er gedachtes over. Vaak over een moment of periode in de (nabije) toekomst waarvan we menen dat we dan juist goed, of niet meer goed af zullen zijn. Maar wie zich zeker waande, kan ten onder gaan. En wie dacht dat het mis ging, kan tal van nieuwe ontdekkingen doen. Bijvoorbeeld dat je onder druk soms tot goede ingevingen komt, dat je eindelijk gaat doen wat je toch al wilde, dat het lot je een volledig onvermoed geschenk geeft. Enzovoort.
Dus dat is het eerste handvat voor zelfsturing dat ik je geef: let op je gedachtes en besef dat deze niet de toekomstige werkelijkheid zijn, maar slechts onze ideeën daarover.
Reactief zijn of zelf een antwoord bepalen?
Een stressverwekkende prikkel leidt vaak tot een primitieve reactie bij dier en mens: willen vluchten of vechten. Dat is vaak ook fysiek voelbaar. Je bent dan reactief. Op het werk, bij angst voor baanverlies of reorganisatie, kan een vluchtreactie zich uiten in wegduikgedrag, en een vechtreactie in bijvoorbeeld cynisme of heimelijke sabotage. De vraag is of je hiermee echt verder komt.
Volwassen mensen zijn echter uniek ten opzichte van (andere) dieren en kleine kinderen: zij hebben een ‘vrije ruimte’ tussen de stressprikkel en de uiteindelijk reactie tot hun beschikking. Die vrije ruimte bestaat in het vermogen van mensen om een stressgevoel bij zichzelf waar te nemen, er even bij stil te staan, én er daarna wat afstand van te nemen. Vervolgens kun je je beste gedrag bepalen: dat is het gedrag dat jouw doelen het meest dient.
Vertaald naar een werksituatie: hoe kom jíj nou op een plek terecht waar je het weer naar je zin hebt, als je huidige situatie onzeker is?
Het is een vorm van je hoofd koel houden. Niet door je gevoel te ontkennen, maar door te vertrouwen op je vaardigheid om je niet geheel te laten leiden door je (onprettige) gevoel. Het zal je vermogen tot zelfsturing bevorderen.
Geen beslissing is ook een beslissing
Onthou: de keuze om geen beslissing te nemen is ook een beslissing! In onzekere tijden kun je geneigd zijn de zaken nog maar wat op hun beloop te laten. ‘Veilig’ blijven zitten waar je zit, terwijl je misschien weg zou willen. En ineens ben je jaren verder, je zit nog steeds waar je zat – ontevreden. Of je zit niet meer waar je zat, maar alles lijkt voor jou te zijn beslist. Wat is er gebeurd? Je hebt destijds niet zozeer je beslissing om weg te gaan uitgesteld (goed, dat ook…), als wel beslist voor handhaving van de status quo. Je bent dan in de valkuil van de passiviteit getrapt en hebt te weinig nagedacht over opties voor verandering.
In onzekere tijden kún je goede redenen hebben om pas op de plaats te houden, maar doe dit dan heel bewust. Besef dat je dan een beslissing neemt voor handhaving van de status quo. Doe dit pas nádat je de opties voor een mogelijke verandering, zoals tijdig elders solliciteren, ook goed overwogen hebt.
De kracht van hoop
Op een hoopvolle manier toekomstgericht denken kan een beslissend verschil maken. Heel indringend is daarover geschreven door psychiater Viktor Frankl. In zijn boek ‘De zin van het bestaan’ schrijft hij over zijn verblijf in een Duits concentratiekamp: “Een gevangene die niet langer in de toekomst – zijn toekomst – geloofde, was ten dode gedoemd. Met het verlies van zijn geloof in de toekomst verloor hij tevens zijn geestelijk houvast.” Frankl zelf wist zich door de moeilijkste omstandigheden, in de kou en zonder eten, heen te slepen door zichzelf te dwingen aan iets anders, iets beters te denken. Hij zag zichzelf bijvoorbeeld op het podium staan van een grote collegezaal waar hij een lezing hield over de psychologie van het concentratiekamp. Hij is er achteraf van overtuigd dat deze focus op een positief toekomstbeeld zijn leven heeft gered. Het maakte dat hij net even weerbaarder bleef, met net wat meer oog voor gunstige kansen.
Niet ver uit de buurt van Frankl liggen de ideeën van Martin Seligman, grondlegger van de positieve psychologie. Aanvankelijk deed hij studies naar ‘aangeleerde hulpeloosheid’: de diepe overtuiging dat je je eigen problemen niet kan oplossen. Later richtte hij zich op de keerzijde: aangeleerd optimisme. Geluk is in die gedachtengang niet alleen het gevolg van de juiste genen of toeval, maar wordt ook bevorderd door het blootleggen en gebruik maken van de sterke kanten die je al bezit. Zoals misschien je vriendelijkheid, originaliteit, humor of gulheid.
Kortom, of je nu bij Frankl of Seligman te rade gaat: in onzekere tijden is het koesteren van hoop en optimisme in je voordeel. Het kan je een zelfstuurder maken.
Bronnen: o.m. Victor E. Frankl, De zin van het bestaan; Martin Seligman, Gelukkig zijn kun je leren